Vorige week zaterdag kon mijn vader weer bij mijn broer op bezoek die in een grote locatie bij Ipse de Bruggen woont. Mijn moeder ging nog niet mee omdat mijn broer altijd zo graag een ritje met de auto maakt en dat nog net niet toegestaan was met drie personen. In gedachte gaf ik haar een hele stevige knuffel, het valt haar zwaar. Dat zegt ze niet met zoveel woorden maar woorden hebben we in dit geval niet nodig. Jarenlang zijn mijn ouders zelfs in hun vakanties iedere zaterdag bij mijn broer op bezoek geweest en deze weken zijn heel heftig geweest. Voor alle mantelzorgers, dus ook voor ons allemaal.
De dinsdag daarop kon ik naar mijn zoon. Door de kleinschaligheid van zijn woonvorm waren we niet gebonden aan een dagdeel of tijdsblok. Wel moesten we er rekening mee houden dat ik niet in het groepsgedeelte van het pand kon komen. Maar dat maakte niet uit. Alles was goed als we elkaar maar konden zien.
’s Morgens fietste ik eerst in naar het winkelcentrum nog wat inkopen doen. De zon scheen stralend, heerlijk gewoon al had ook een regenbui mijn stemming niet kunnen bederven. De favoriete koekjes van mijn zoon, de echte Goudse stroopwafels voor de begeleiding. Bijna dansend liep ik door het winkelcentrum om alle boodschappen bij elkaar te zoeken. Zelfs de rit met de auto, waar ik altijd nogal tegenop zie, kon de voorpret niet drukken. Het was ook nog erg rustig op de weg en iedereen hield zich redelijk aan de maximum snelheid van 100 km p/u. Omdat nieuwszenders me nogal verdrietig kunnen maken koos ik voor de klassieke zender. Die dag wilde ik me even niet druk maken over alle ellende in de wereld maar wilde ik volop genieten van de uurtjes die we samen door zouden brengen.
Vreemd eigenlijk om te huilen als je blij bent eigenlijk. Maar goed ik moest huilen toen ik hem weer zag. Gelukkig ging dat snel over. ‘Je bent gegroeid, lachte ik door mijn tranen heen. Hij zag er goed uit, niet meer zo mager, wat fijn om te zien. Bij mijn zoon geen tranen, hij vertelde dat hij die dag ervoor had gehuild en dat vond hij wel genoeg. Die dag wilde hij alleen maar blij zijn en hij werd van plezier juist een beetje melig. Nadat de begeleiding voor mij een thermoskan heet water voor de thee en voor hem een pak chocolademelk had meegebracht dronk hij direct uit het pak. Toen ik daar wat van zei reageerde hij met een ondeugende blik dat hij als enige chocolademelk dronk met dat warme weer. Hij schopte zachtjes tegen de voeten van de begeleider. Uitdagen op een manier die veel jonger is dan zijn kalenderleeftijd met zijn pop Ender als backup. En altijd net even de grens opzoeken omdat een overgangsmoment toch altijd spannend is, zeker als je moeder na zoveel weken weer op bezoek mag komen.
Mijn man die het verstandiger vond als ik deze keer na al die weken alleen zou gaan, belde op via Facetime. Zo was hij er ook een beetje bij en konden ze elkaar begroeten. En aangezien de ruimte op de tweede etage was, was het achteraf gezien helemaal goed dat ik alleen was. Als mijn man een keer meegaat moeten we er even aan denken dat we dat op tijd doorgeven. Misschien is er dan ook wel een ruimte beneden beschikbaar of een ruimte op de eerste etage. Eén trap gaat net maar twee lukt gewoon niet meer.
Enthousiast reageerde mijn zoon op het voorstel om naar buiten te gaan en eensgezind besloten we naar het oude centrum van Elburg te lopen. Op dinsdagochtend is er een kleine markt met een loempiakraam vlakbij een park. Met de versgebakken loempia’s zochten we een bankje onder de bomen en genoten van deze spontane lunch. Met plezier zag ik toe hoe mijn zoon drie van de vier loempia’s wegwerkte terwijl hij naar de fontein keek en na de loempia’s zijn Minecraft-bouwwerken op de switch liet zien. ‘Ik ben Ikea aan het bouwen,’ vertelde hij trots. Hij liet me de winkel zien met een mooie, gedetailleerde, tapijtafdeling. Ieder tapijt heeft een eigen naam, net als bij de echte winkelketen.

Verder langs de muren van Elburg tot we bij de haven kwamen. ‘Hier heb ik de vorige keer met A (begeleidster) zulk lekker ijs gegeten. Weet je nog dat ik dol op ijs ben?’ Vroeg ik. ‘Ik wijs de weg wel en dan kan ik je als we dat op hebben ook een hele mooie modelboot laten zien achter een raam!’ antwoordde hij enthousiast. Samen genoten we op een muurtje van heerlijk Italiaans schepijs en vulden onze waterflessen bij. Handig zo’n drinkwatertappunt bij de haven, daarna bewonderde ik het bootje achter het raam. Feilloos wees hij de weg. Later liepen we dwars door het stadje weer richting ons beginpunt en zwaaiden onderweg even naar de kapper. ‘Je wordt echt al een Elburger,’ lachte ik. ‘Je weet zo goed de weg en je krijgt je eigen kennissen.’ Hij glunderde van plezier. ‘Ik ben zelfs al een keer alleen hier naartoe gelopen,’ bekende hij. ‘En ook een keertje naar het parkje vlakbij huis, met die berken.’ Ik had dit al van de begeleiding gehoord maar vroeg hem toch, ‘had je dat wel aan de begeleiding verteld?’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Nee, een beetje expres niet, C kwam me zoeken,’ lachend keek hij naar me terwijl hij het vertelde. ‘En wat zei C toen,’ vroeg ik? ‘Hij zou het op prijs stellen als ik het voortaan eerst even zou vertellen,’ onbewust sprak hij met precies dezelfde stem en intonatie als de betreffende begeleider en ik verbeet een glimlach. ‘Dat is een verstandig advies,’ antwoordde ik ernstig. ‘Anders maken ze zich ongerust.’ Hij knikte, ‘ik heb tegen Ender gezegd dat ik voortaan niet meer naar hem luister,’ deelde hij mee. ‘Flauw hoor!’ liet hij zijn pop met de stem reageren die hij daar altijd voor gebruikt. Ender spreekt altijd een woordje mee in de conversaties.


De situatie gaf me een dubbel gevoel. Aan de ene kant de blijdschap omdat hij zich zo veilig voelt, aan de andere kant de zorg omdat er in de woning zoveel begeleiding nodig is in de contacten onderling, die ontbreekt als hij alleen gaat wandelen. In onze eigen buurt durfde ik dat nooit aan, soms riepen jongeren bij het winkelcentrum al opmerkingen naar hem als hij met een volwassen begeleider was. Hij valt toch wel op met zijn pop en niet iedereen reageerde altijd verstandig of aardig. Hijzelf ook niet. In gedachte maakte ik een notitie om er op een later moment het er met de begeleiding over te hebben.
Terug in de woning bleken we ruim een uur aan de wandel te zijn geweest, warm van de zon werden we een beetje soezerig. Nadat hij nog wat had verteld over zijn spelletjes en films gaf hij aan dat hij weer graag alleen zou willen zijn. ‘Het was een fijne dag hè? Een geweldige dag!’ bevestigde ik.
Ook de terugreis verliep vlekkeloos, nagenietend voelde het alsof ik vleugels had. ‘Je straalt helemaal,’ glimlachte mijn man toen ik thuiskwam.