Nieuwe zeilen voor de Mallemolen

De oude zeilen van de Mallemolen waren ons als molenaars en mio’s een doorn in het oog. De rafels hingen erbij en het was eigenlijk een wonder dat ze nog bleven hangen. Ook voor de omwonende was het geen leuk uitzicht. In overleg met de gemeente Gouda werden er nieuwe zeilen besteld. De zeilmaker werd geregeld die alles op kwam meten en de zeilen moesten gemaakt worden. Alles bij elkaar duurde dat even maar uiteindelijk was het gisteren dan zover, de nieuwe zeilen konden voorgedragen worden. Onze instructeur knoopte er een cursus valbeveiliging aan vast want valbeveiliging is een verplicht onderdeel voor je molenaarsexamen. Met vier mio’s werden wij vrijwillig de wieken oftewel de enden ingestuurd. Ieder een end. Dat kwam mooi uit.

Eén van de mio’s had het al een keer eerder gedaan maar voor de rest van ons was het toch een nieuw onderdeel. Met wat gezonde spanning luisterden we aandachtig naar onze instructeur die het gebruik van de valbeveiligingsset uitlegde. Zo’n set bestaat uit de veiligheidslijn, helm, een asap, een harnas, een strop en een demper. Voordat je het gaat gebruiken moet alles gecontroleerd worden op datum, slijtageplekken en dergelijke. Eén van de leeflijnen werd keurig in de tas opgerold aan een lus vastgebonden en meegenomen naar de kap van de molen.

Bovenin de kap werd het stormluik weggehaald. Het is een vrij groot onhandig ding, dat stormluik, het is handig om dat met z’n tweeën te doen. De strop werd om een stevige balk geslagen waardoor de lussen als een soort hengsels van een boodschappentas naar beneden hingen. Door beide lussen werd de leeflijn vastgeknoopt, dat is de meest stevige manier. Het andere eind werd met tas en al door het stormluik, langs de wiek naar beneden gegooid. Door het gewicht van de tas gaat dit erg makkelijk en de lijn rolde keurig af. Ondertussen bewonderden we het uitzicht, zo vlak boven de baard van de molen. Het was de eerste keer dat ik meemaakte dat het stormluik eruit gehaald werd.

Beneden bij de wiek kregen we de rest van de instructie. De instructeur liet zien hoe de asap om de leeflijn bevestigd moest worden en hoe we deze konden testen. Eigenlijk werkt het net als een veiligheidsgordel. Je kunt de asap omhoog en omlaag schuiven maar als er ineens een grote kracht op komt te staan, bij een val, dan blokkeert de asap de val. Aan de asap werd de demper vastgemaakt. Bij een val werkt deze als een soort schokdemper. Best interessant allemaal al wilden we dit liever niet uitproberen. Ook met valbeveiliging incasseert je lichaam een behoorlijke klap. Hoe dan ook, de schokdemper haakten we aan ons harnas en om de beurt waagden we om beurten de klim om even ‘droog,’ te oefenen. Met een klein beetje bibberende benen kwamen we allemaal weer veilig terug op de grond. Met het opzeilen van wieken klimmen we veel minder hoog en dat voelt vertrouwd. Nu klommen we echt veel hoger.

Het nieuwe zeil moest bovenin met knopen vastgezet worden en beneden konden we deze nog even op ons gemak oefenen. Daarna kwam het echte werk. Om beurten klommen we naar boven om het oude zeil los te maken en lieten deze eenvoudig naar beneden te glijden. Daarna terug naar beneden om het nieuwe zeil op te halen. Met een simpel extra touw werd er een soort draagband aangemaakt die we over onze schouder konden hangen. We konden het verschil in gewicht tussen het nieuwe en oude zeil goed merken. ‘Als er iets niet goed gaat laat je gelijk het zeil van je schouder glijden,’ drukte de instructeur ons op het hart. ‘Nooit het zeil aan je harnas vastmaken.’

De zeilketting vanuit het stormluik

Beneden werd er meegeleefd bij iedere mio die boven was en aanwijzingen gegeven hoe hoog het zeil moest hangen. Toen ik aan de beurt was bond ik per ongeluk het extra touw vast in plaats van het touw wat door het oog van het zeil was vastgezet door de zeilmaker. Oeps, het was nog een hele toer om het touw weer los te krijgen met het gewicht van het zeil eraan en mezelf goed vast te houden maar op een gegeven moment lukte het. Het extra touwtje had ik nodig bij de rechter bovenhoek. Beide enden aan de binnenroede hadden een zeilketting die tekort was om het zeil aan vast te maken. Wel apart, we hadden een tijdelijke oplossing gevonden door de ketting te verlengen met een touw. Bij de enden aan de buitenroede was de zeilketting wel lang genoeg. Het was al met al een heel avontuur en we hadden het allemaal zo druk bovenin dat we geen tijd hadden om aan de hoogte te denken. Het afdalen ging heel beschut, tussen het zeil en het hekwerk in. Het gezegde ‘onder zeil gaan,’ kreeg hierdoor voor ons een hele andere betekenis al zal het hier niet vandaan komen maar uit de vroegere scheepvaart. Ondertussen sloegen we de lussen van het zeil om de daarvoor bedoelde kikkers (haken)

Alles bij elkaar waren we lang bezig geweest. Met tussendoor de heerlijke koffie en de eigengemaakte soep die Hans ons in het oude gemaalhuis tegenover de Mallemolen voorschotelde kon onze dag niet meer stuk. De lange ochtend in de buitenlucht had iedereen een gezonde eetlust gegeven. Hans heeft beslist ervaring met hongerige molenaars en mio’s.

Mist en weinig wind. Fijn weer voor nieuwe zeilen.
Controleren van de valbeveiliging onder toeziend oog van instructeur Kees met collega mio’s Marieke en Janneke.
Die karabijnhaak, hoe zit dat nu met die veiligheidssluiting?
Kees en Theo geven aanwijzingen hoe hoog het zeil moet komen,

Samen met collega mio Janneke, de oude zeilen opvouwen en opbergen in de molen.