Trametinib trial 2

‘Weet je wat ik nog het ergste vind,’ zei mijn man. ‘Dat alles zo’n vies chemisch smaakje krijgt, het eten smaakt heel anders.’ Ook heeft hij een flinke huiduitslag in zijn gezicht en een hele droge huid, met vervelende kloofjes en een hele droge mond en ogen. Helaas lijkt tot nu toe de pijn alleen maar toe te nemen. Afgelopen zaterdag namen we door de bijwerkingen allebei zo onze beslissingen.

Ondertussen alweer zo’n anderhalve week geleden was hij op controle bij de verpleegkundige die de stand van zaken met hem doorliep. Voor de afspraak had hij bloed laten prikken en zoals te verwachten was was had de chemo daar al een een behoorlijke impact op. ‘Ik ben ook ontzettend moe en de pijn neemt alleen maar toe,’ De verpleegkundige deed een kort lichamelijk onderzoek waarbij ze veel aandacht besteedde aan zijn droge huid met de huiduitslag en noteerde alles secuur in zijn dossier. Ook het overgeven waar mijn man af en toe last van heeft kan aan de medicatie liggen. ‘De dosering kan ook gehalveerd worden, dus zoek niet de uiterste grenzen op, het moet allemaal wel haalbaar blijven.’ Peinzend keek ik naar mijn man. Hij weegt momenteel maar rond de 70 kilo. Misschien dat de dosering op hem meer impact heeft dan op iemand die zwaarder weegt? Als ik eraan denk moet ik dat de volgende keer toch eens vragen.

Na het gesprek besloten we te gaan lunchen in afwachting van de volgende afspraak die pas om 15:15 op de planning stond. Een hartfilmpje en een meting. Het ziekenhuis doet zijn best met de planning maar zo’n dag is voor mijn man erg intensief. Ik had een boek meegenomen en probeerde wat te lezen maar bezorgd dwaalden mijn ogen telkens naar mijn man. Onder de rode uitslag trok hij wit weg van vermoeidheid en uiteindelijk legde hij zijn hoofd op zijn armen voorover op het tafeltje. Niet echt een comfortabele positie. ‘Ik ben zo verschrikkelijk moe, Ik wil gewoon naar bed!’ Mijn man heeft dan wel een rolstoel maar het is een actieve rolstoel en zoals het woord al zegt, een rolstoel om je actief van A naar B te verplaatsten en niet om in uit te rusten. Een beetje wanhopig keek ik rond alsof er ergens ineens een bed aan zou komen zweven… maar helaas’ Zullen we even kijken of we ergens een comfortabeler plekje kunnen vinden?’ stelde ik voor. In de enorme hal van het Erasmus MC vonden we genoeg zithoekjes maar allemaal bezet en sowieso niet geschikt om te gaan liggen. Het zou misschien ook een beetje raar zijn om zo in de grote hal te liggen, alsof er een verdwaalde zwerver binnen was gelopen. Niet dat mijn man zich op dat moment daar druk om maakte en misschien zou niemand zich daar überhaupt druk om maken. We voelden ons behoorlijk anoniem en verloren in die grote hal waar we gewoon één van de vele passanten van de dag waren.

Ineens ontmoette mijn ogen een paar vrolijke donkere ogen van een passerende verpleegkundige. We hadden die ochtend nog met elkaar geappt maar alsnog waren we elkaar door de anonieme look van de mondkapjes bijna voorbij gelopen. ‘Hee, hoi,’ lachte mijn vriendin. ‘dat is toevallig om zonder ergens in dit enorme gebouw een plek af te spreken elkaar zo tegen te komen.’ Toen keek ze naar mijn man. ‘Gaat het wel?’ Ervaren in het observeren van mensen had ze de situatie gelijk door. ‘Kom maar mee, het is bij mij heel rustig en ik heb nog genoeg bedden over. Komt dat uit met je afspraken?’

Mijn vriendin werkt op een speciale afdeling die ik nu even i.v.m. de privacy niet nader zal benoemen. Oncologiepatiënten die uitbehandeld zijn en nog palliatief bestraald worden kunnen op deze afdeling uitrusten, wondbehandeling en andere behandelingen krijgen.

Mijn vriendin wees mijn man een bed aan en met een zucht van opluchting liet hij zijn hoofd op het kussen vallen. ‘Heerlijk,’ mompelde hij. ‘Ik wilde al naar huis gaan.’ We lieten hem uitrusten en trokken ons terug om even bij te praten. ‘Enorm bedankt,’ zei ik in plaats van de stevige knuffel die we elkaar het liefst hadden willen geven. ‘Graag gedaan en als we ruimte hebben kunnen jullie hier altijd terecht hoor. Alleen als we vol zitten kan het natuurlijk niet.’ Peinzend keek ze me aan. ‘In het oncologiegebouw moeten ze volgens mij ook wel rustplekken hebben hoor.’ Haar opmerking gaf me wat perspectief op de vele uren die we in de toekomst nog in het Erasmus MC zouden door moeten brengen. ‘Eén van de verpleegkundige komt straks nog de medicijnen langsbrengen voor we weer naar huis gaan, ik zal het navragen.’

Later, toen mijn vriendin weer aan het werk was en mijn lief weer wat meer kleur kreeg, belde de verpleegkundige met de vraag waar ze de medicijnen kon brengen? ‘We zitten in de kelder. Ik wil ook wel even naar boven komen hoor?’ Ik had wat binnenpretjes bij die omschrijving. Als ik ooit nog het talent zou ontwikkelen om een thriller te schrijven lijkt de kelder van dit ziekenhuis me best een geschikte achtergrond. Ze zijn enorm groot. ‘Ik ken het niet maar ik ben vlakbij het bebouw dus ik vind het wel!’ Het klonk alsof ze wel nieuwsgierig was naar deze locatie en inderdaad, belangstellend keek ze even later rond. ‘Wat mooi dat dit er is,’ zei ze enthousiast, ‘wat fijn dat u er gebruik van kan maken,’ vervolgde ze tegen mijn man. ‘Bent u zo moe?’ Mijn man knikte. ‘Ik ben echt zo verschrikkelijk moe, het is niet leuk meer.’

‘Mijn vriendin die hier werkt dacht dat er in het oncologie gebouw ook rustplekken zijn en het zijn soms lange dagen als we verschillende afspraken hebben.’ Ik keek naar haar vriendelijke, jonge gezicht. Ik hou van jonge mensen en durfde het daardoor ook makkelijker te vragen. Net als mijn man voel ik me soms snel lastig. Maar als je vaak in het ziekenhuis komt wordt je vanzelf wat vrijer. ‘Weet u waar die plekken zijn en of mijn man daar gebruik van kan maken?’ Nadenkend keek ze me aan. ‘Ik heb er nooit van gehoord maar ik ga het beslist navragen.’ Nadat we afscheid van haar hadden genomen was het alweer tijd om naar de functieafdeling te gaan. Helaas konden we geen afscheid nemen van mijn vriendin die in gesprek was maar haar collega zou onze groeten overbrengen. Via een omweg, jaja, die al genoemde enorme kelder, daar kun je gemakkelijk in verdwalen! Was mijn man gelukkig snel aan de beurt voor de hartonderzoeken en konden we uiteindelijk naar huis. Er stond een flinke file en zo voorzichtig mogelijk trok ik op en remde ik. Wagenziekte, chemo en files, geen fijne combinatie.

Afgelopen weekend besloot mijn man de dosering te halveren. Zelf had ik een draaidag op één van onze mooie molens maar ik was er met mijn gedachte niet helemaal bij. Een molen is geen omgeving waar je gedachteloos rond kunt lopen. Ik vond het maar niets dat mijn man alleen thuis was en maakte me zorgen. Dat ik voor mijn werk vaak weg ben dat is nu eenmaal niet te voorkomen maar de molens, dat is vrijwilligers werk. Dat voelt toch anders. Bovendien merk ik dat ik zelf ook erg moe ben zo alles bij elkaar. ‘Ik parkeer de molenaarsopleiding een poosje,’ mijn man heeft ogen die kunnen variëren van lichtgrijs tot helderblauw al naar gelang zijn stemming en de lichtval keek me nu met helderblauwe ogen aan. ‘Dat moet je niet doen!’ Onwillekeurig voelde ik dat ik emotioneel werd en probeerde dat te verbergen al lukt dat meestal niet voor mijn man. ‘Ik word te moe, het werk de molen, de trial enzo…’

‘De molens staan er nog wel even hoor, het is best een intensieve opleiding en het moet allemaal wel behapbaar blijven hè?’ appte een collega molenaar leerling me begripvol als reactie op mijn besluit. Vervolgens appte ik op mijn werktelefoon dat ik naast mijn gewone diensten nog wel diensten wilde ruilen maar geen extra diensten meer wilde draaien. Ik werk al aardig wat en als ik dan ook nog eens extra ga werken weet ik dat het niet goed zal gaan en ik heb absoluut geen zin om oververmoeid ziek thuis te zitten. Ook hier kreeg ik begripvolle reacties van mijn collega’s.

Het is moeilijk maar wel goed om als mantelzorger je grenzen aan te geven. Ook mijn man heeft zijn grenzen aangegeven met de trial door de medicatie te halveren. Hij heeft nu iets meer energie om dit traject vol te kunnen houden.

Nieuwe zeilen voor de Mallemolen

De oude zeilen van de Mallemolen waren ons als molenaars en mio’s een doorn in het oog. De rafels hingen erbij en het was eigenlijk een wonder dat ze nog bleven hangen. Ook voor de omwonende was het geen leuk uitzicht. In overleg met de gemeente Gouda werden er nieuwe zeilen besteld. De zeilmaker werd geregeld die alles op kwam meten en de zeilen moesten gemaakt worden. Alles bij elkaar duurde dat even maar uiteindelijk was het gisteren dan zover, de nieuwe zeilen konden voorgedragen worden. Onze instructeur knoopte er een cursus valbeveiliging aan vast want valbeveiliging is een verplicht onderdeel voor je molenaarsexamen. Met vier mio’s werden wij vrijwillig de wieken oftewel de enden ingestuurd. Ieder een end. Dat kwam mooi uit.

Eén van de mio’s had het al een keer eerder gedaan maar voor de rest van ons was het toch een nieuw onderdeel. Met wat gezonde spanning luisterden we aandachtig naar onze instructeur die het gebruik van de valbeveiligingsset uitlegde. Zo’n set bestaat uit de veiligheidslijn, helm, een asap, een harnas, een strop en een demper. Voordat je het gaat gebruiken moet alles gecontroleerd worden op datum, slijtageplekken en dergelijke. Eén van de leeflijnen werd keurig in de tas opgerold aan een lus vastgebonden en meegenomen naar de kap van de molen.

Bovenin de kap werd het stormluik weggehaald. Het is een vrij groot onhandig ding, dat stormluik, het is handig om dat met z’n tweeën te doen. De strop werd om een stevige balk geslagen waardoor de lussen als een soort hengsels van een boodschappentas naar beneden hingen. Door beide lussen werd de leeflijn vastgeknoopt, dat is de meest stevige manier. Het andere eind werd met tas en al door het stormluik, langs de wiek naar beneden gegooid. Door het gewicht van de tas gaat dit erg makkelijk en de lijn rolde keurig af. Ondertussen bewonderden we het uitzicht, zo vlak boven de baard van de molen. Het was de eerste keer dat ik meemaakte dat het stormluik eruit gehaald werd.

Beneden bij de wiek kregen we de rest van de instructie. De instructeur liet zien hoe de asap om de leeflijn bevestigd moest worden en hoe we deze konden testen. Eigenlijk werkt het net als een veiligheidsgordel. Je kunt de asap omhoog en omlaag schuiven maar als er ineens een grote kracht op komt te staan, bij een val, dan blokkeert de asap de val. Aan de asap werd de demper vastgemaakt. Bij een val werkt deze als een soort schokdemper. Best interessant allemaal al wilden we dit liever niet uitproberen. Ook met valbeveiliging incasseert je lichaam een behoorlijke klap. Hoe dan ook, de schokdemper haakten we aan ons harnas en om de beurt waagden we om beurten de klim om even ‘droog,’ te oefenen. Met een klein beetje bibberende benen kwamen we allemaal weer veilig terug op de grond. Met het opzeilen van wieken klimmen we veel minder hoog en dat voelt vertrouwd. Nu klommen we echt veel hoger.

Het nieuwe zeil moest bovenin met knopen vastgezet worden en beneden konden we deze nog even op ons gemak oefenen. Daarna kwam het echte werk. Om beurten klommen we naar boven om het oude zeil los te maken en lieten deze eenvoudig naar beneden te glijden. Daarna terug naar beneden om het nieuwe zeil op te halen. Met een simpel extra touw werd er een soort draagband aangemaakt die we over onze schouder konden hangen. We konden het verschil in gewicht tussen het nieuwe en oude zeil goed merken. ‘Als er iets niet goed gaat laat je gelijk het zeil van je schouder glijden,’ drukte de instructeur ons op het hart. ‘Nooit het zeil aan je harnas vastmaken.’

De zeilketting vanuit het stormluik

Beneden werd er meegeleefd bij iedere mio die boven was en aanwijzingen gegeven hoe hoog het zeil moest hangen. Toen ik aan de beurt was bond ik per ongeluk het extra touw vast in plaats van het touw wat door het oog van het zeil was vastgezet door de zeilmaker. Oeps, het was nog een hele toer om het touw weer los te krijgen met het gewicht van het zeil eraan en mezelf goed vast te houden maar op een gegeven moment lukte het. Het extra touwtje had ik nodig bij de rechter bovenhoek. Beide enden aan de binnenroede hadden een zeilketting die tekort was om het zeil aan vast te maken. Wel apart, we hadden een tijdelijke oplossing gevonden door de ketting te verlengen met een touw. Bij de enden aan de buitenroede was de zeilketting wel lang genoeg. Het was al met al een heel avontuur en we hadden het allemaal zo druk bovenin dat we geen tijd hadden om aan de hoogte te denken. Het afdalen ging heel beschut, tussen het zeil en het hekwerk in. Het gezegde ‘onder zeil gaan,’ kreeg hierdoor voor ons een hele andere betekenis al zal het hier niet vandaan komen maar uit de vroegere scheepvaart. Ondertussen sloegen we de lussen van het zeil om de daarvoor bedoelde kikkers (haken)

Alles bij elkaar waren we lang bezig geweest. Met tussendoor de heerlijke koffie en de eigengemaakte soep die Hans ons in het oude gemaalhuis tegenover de Mallemolen voorschotelde kon onze dag niet meer stuk. De lange ochtend in de buitenlucht had iedereen een gezonde eetlust gegeven. Hans heeft beslist ervaring met hongerige molenaars en mio’s.

Mist en weinig wind. Fijn weer voor nieuwe zeilen.
Controleren van de valbeveiliging onder toeziend oog van instructeur Kees met collega mio’s Marieke en Janneke.
Die karabijnhaak, hoe zit dat nu met die veiligheidssluiting?
Kees en Theo geven aanwijzingen hoe hoog het zeil moet komen,

Samen met collega mio Janneke, de oude zeilen opvouwen en opbergen in de molen.

Stormvast, voor Ciara!

Zaterdag een hele leuk en leerzame molendraaidag gehad. En aangezien storm Ciara verwacht werd, ook meegekregen wat je kunt doen om de molen stormvast weg te zetten.

Het weer is een belangrijk voor een molenaar.

Mijn grootste leerdoel voor die dag was het oefenen met de vang. De molenaar van dienst, Rian, heeft er plezier in om leerlingen te begeleiden en begon eerst met een stukje theorie in de kap. De vader van Rian kwam nog even kijken, hij haalde de vang op en liet hem weer zakken terwijl wij in de kap bleven. Zodoende kon ik het proces goed kon volgen. En of het nu kwam doordat ik meer rust had gehad op mijn werk, waardoor ik minder moe was? Hoe dan ook, deze keer leek het meer te landen dan eerdere draaidagen. Toch had ik al eerder een molenaar gehad die het rustig uit kon leggen en waarbij een tweede molenaar de vang bediende terwijl ik in de kap bleef. Ach, waar het ook aan ligt, soms lijkt het net alsof je hoofd te vol zit om nieuwe info op te nemen. Ik weet van mezelf dat ik geen snelle leerling ben, praktijk en theorie heeft bij mij tijd nodig om te landen.

Voordat ik de theorie in praktijk kon brengen natuurlijk eerst de molen op de wind zetten en met een klein windje doe je alle vier de wieken met hele zeilen opzeilen. Helaas was de wind ook te mager om mee te helpen de wieken beneden te zetten en had de molen een beetje aanmoediging nodig…

Beetje gewicht in de strijd gooien helpt.

Ondertussen had ik de opdracht gekregen na te denken over de vraag, wat je kunt doen om de molen stormvast weg te zetten? Ik deelde de vraag op onze mio-app. (molenaar in opleiding-app) De antwoorden staan onder de laatste foto. Ondertussen kreeg ik tips om meer kracht te zetten bij het kruien van de molen. Niet alleen met je handen maar ook een voet tegen een spaak zetten.

Bij het vastzetten van de zeilen gebruik je altijd knopen die je, als het weer omslaat,’ altijd makkelijk los kunt maken.

Het opzeilen van de wieken vindt ik erg leuk om te doen. Van klimmen heb ik altijd al gehouden en je hebt er meer handigheid voor nodig dan kracht. Met de vang ben je buiten de molen met het vangtouw bezig, zonder dat je gelijk zicht hebt op wat er gebeurt in de kap. Het filmpje hieronder laat zien wat er allemaal gebeurt rond en in de molen als je deze gereed maakt om te draaien.

Leuk filmpje over het klaarzetten van een molen en de werking van de vang.

Hierna moest ik toch echt aan de bak. De molen op de vang te zetten en er weer af. En weer opnieuw en nog een keer…. Oefenen en nog eens oefenen om het gevoel ervoor in je vingers te krijgen. Het lukte! Het lukte echt! Het blijft wel een kwestie van oefenen, het lukte nog niet om de molen te vangen met een wiek keurig naar beneden maar het begin is er. Doordat ik beter begreep wat ik aan het doen was kostte het ook veel minder kracht. Voordat we het wisten was het tijd om te lunchen met een welverdiend kopje thee bij Hans van Gouwe Stek. En na de lunch nog een keer oefenen. Het vak van molenaar draait wel om de wind maar komt hoe dan ook niet aangewaaid.

We begonnen op tijd met het weer wegzetten van de molen. Voorafgaand aan de verwachtte storm was er juist weinig wind en we hadden de lange haak nodig om de wieken naar beneden te trekken. Door de regen zijn de zeilen nat en zwaarder om te hanteren. Ook nu kreeg ik handige tips… Dicht bij de wiek blijven en regelmatig naar achteren lopen en dan een flinke slinger geven, dan rolt het zeil zich naar boven op. En om de zeilen om de klampen te leggen gewoon meelopen en meebewegen. Wie niet sterk is….

Bij de staart van de molen met de molenaar. Natuurlijk zwaaien naar de collega, die deze foto’s maakte. Dank je wel voor de leuke foto’s Jolanda.
Stormborden kunnen uit de wieken gehaald worden als er een zware storm verwacht wordt. Verder worden de zeilen heel strak opgerold zodat de wind er geen vat op kan krijgen en goed vastgebonden. Touwen gebruiken we altijd al om de wieken extra vast te zetten. Het kruiwiel wordt eigenlijk altijd al goed vastgezet met kettingen en een slot. In de kap van de molen is de vang stevig vastgezet met het vangtouw en de kneppel. Ook kan er nog een extra balk door het bovenwiel gestoken worden. De molen wordt dan ook altijd in zijn werk gezet. Dan krijgt de storm minder vat op de wieken.

Smoezelig van het in de weer zijn met natte touwen en kettingen maar heel voldaan nog even snel wat boodschappen gedaan. Mijn man was al aan het koken. Heerlijk om dan thuis te komen, verhalen uit te wisselen, lekker te douchen en dan na het eten in je joggingpak op de bank te kruipen. Ik verheug me al op de volgende draaidag.

De Poppelendamse Molen

Op de hoek van de Wiericke, in het buurtschap Hogebrug stond eens een korenmolen. In tegenstelling tot watermolens die noodzakelijkerwijs vaak op afgelegen plaatsen lagen, stonden korenmolens vaak aan de rand van de steden. Maar zoniet deze molen van Poppelendam, vernoemd naar de populieren die hier ooit stonden. Vermoedelijk is de molen dan ook speciaal gebouwd, in een hoekje van Het Sticht(Utrecht) vanwege de smokkelwegen hier naar het Graafschap Holland. Meel was in Holland zwaar belast en op de smokkel van een brood stond, naar verluidt, 2000 gulden boete.

De wind behoorde, zoals bijna alles, toe aan de leenheer, en die verdiende dus geld aan de maalrechten door die te verpachten. De boeren kregen maaldwang opgelegd, en moesten dus gebruik maken van een bepaalde molen. Zo betaalden zij dus het maalgeld. Door dit maalgeld en omdat de molenaar vaak al te gretig in de zakken graaide, kregen graanmolenaars een slechte naam.
Al snel waren korenmolens in de volksmond plaatsen voor duistere zaken.
In de middeleeuwen waren in korenmolens ook vaak bordelen gevestigd, mede vanwege hun ligging aan de rand van de stad op de stadswallen. We spreken nog steeds van ‘De Walletjes’.
Ook waren molenaars notoire overtreders van de zondagsrust. Stond er op zondag, na enkele windstille dagen eindelijk wind, dan wilde de molenaar daar nog wel eens gebruik van maken.
Met de opkomst van de veeteelt in de plaats van akkerbouw en het verdwijnen van de grens hier, verloor de Poppelendamse molen zijn functie en verdween.

 

Met toestemming van de uitgever en auteur op deze website geplaatst.

https://www.struinenenvorsen.nl/streekverhalen/de-poppelendamse-molen/

Nog meer leuke linkjes over deze streek:

https://www.plaatsengids.nl/ruige-weide

https://www.plaatsengids.nl/hogebrug

https://www.molendatabase.org/molendb.php?step=details&tbnummer=00098+b

Bron: routeboekje Tureluren en Flierefluiten in het Groene Hart, auteur Pim Steenbergen. Uitgever: stichting Struinen en Vorsen
©2015 Niets van deze tekst mag geheel of gedeeltelijk vermenigvuldigd of gepubliceerd worden zonder toestemming van de uitgever en auteur.

Mio Dag 1

07-09-2019

Afgelopen zaterdag eindelijk mijn eerste echte draaidag op de Mallemolen. Wat is het toch een leuke molen, met zijn groene luiken. De kinderen die in de loop van de dag met hun ouders kwamen kijken waren geboeid door de oude bedstee met de kribbe aan het voeteneind voor de baby.

Maar goed, ik loop op de zaken vooruit. De molenaar begon namelijk onder de kap. Bepaalde onderdelen moeten goed vet blijven en ook moet het rollenkruiwerk nagekeken worden of er geen rommel tussen ligt. Tijdens het kruien van de kap zouden de houten rollen kapot kunnen gaan door steentjes, takjes en andere rommel. Je staat er echt van de kijken hoe ijverig de vogels allerlei takjes en rommeltjes verzamelen in één week tijd.

Weer buiten kreeg ik wat uitleg over het weer en de wind. Ik weet nu dat een ruimende wind, rechtsom waait en een krimpende wind linksom. Waarop we de molen gingen kruien. Dat is nog best ingewikkeld. Er zijn nogal wat veiligheidseisen waardoor je eerst allerlei touwen en kettingen los moet maken. Ook de bliksemafleiders zijn natuurlijk belangrijk. Het kruien van de molen door het kruiwiel viel de eerste keer mee. Later werd het zwaarder. Ook de vang was zwaar voor mij om te bedienen. In de eerste instantie liep ik naar achteren met het vangtouw maar op advies van de molenaar bleef ik dicht onder de vangstok en ging er letterlijk aan hangen toen ik met mijn armen niet meer verder kon trekken. Voelde me zo’n beetje de Klokkenluider van de Notre-Dame.

Plaatjes Klokkenluider

Op de foto hiernaast kun je mooi het kruiwiel en de vangstok zien. Aan de vangstok zit een lang touw waarmee je hem kunt bedienen. Onder de kap zit de vangstok vast aan de vangbak waar gewichten in zitten om het geheel te verzwaren.

Er zat een losgeraakte wig in het bovenwiel die de molenaar samen met een andere molenaar weer vastmaakte. Je ziet zo goed hoe groot zo’n bovenwiel is.
Op deze foto zie je aan de zijkant van het bovenwiel een stukje van de vang. Dat zijn een soort remblokken die om het bovenwiel klemmen en daardoor de draaiende wieken afremmen.

Omdat er ’s morgens niet zo heel veel wind stond konden we ook mooi met de zeilen gaan oefenen, wat ik in de toekomst nog heel vaak hoop te doen. Het is nog een hele kunst om de wieken netjes recht naar beneden te ‘vangen.’ Het werken met de zeilen vond ik leuk om te doen. Het klimmen in de wiek, het vasthaken en later, weer beneden, het zeil op de juiste manier vastknopen is echt een leuke klus waarbij je meer behendigheid nodig hebt dan kracht.

We konden lekker buiten koffiedrinken bij onze buurman, die in het Gemaalhuis bij de molen, een mooie horeca gelegenheid heeft, ‘Gouwe Stek.’ Later tijdens de lunch (waarbij ik blij was met mijn stevige broodjes, die ik meegebracht had) konden we ook tussen de buien door buiten zitten en kijken hoe de buurman hard werkte om de ontvangst van een groep die middag voor te bereiden. Door die groep kon de molenaar later een paar rondleidingen geven. De wind begon toe te nemen, en de molen zelf begon een beetje te bewegen. Dat was voor de kleine bezoekertjes toch wel erg spannend zo onder de kap.

Het was door het bezoek wat later voor we de molen weer stil gingen zetten, het had ondertussen geregend en ik merkte dat het iets heel anders is om natte zeilen te hanteren. Na alle zeilen weer afgehaald te hebben, alle zeilen, touwen en bliksemafleiders weer zaten waar ze hoorden was er in mijn hoofd niet veel ruimte meer voor nog meer informatie. Alles bij elkaar best wel veel geleerd voor de eerste dag. Ik voelde me wel een beetje bezwaard naar de molenaar toe dat hij qua kracht nog niet zoveel aan me had bij het kruien, vangen en het opbergen van de natte zeilen. Hoewel ik het idee heb dat dit mij meer frustreerde dat de molenaar.

Nu moet ik wachten toe in oktober voor mijn volgende draaidagen. Het liefst zou ik de komende zaterdag alweer meedraaien. Nu duik ik maar weer enthousiast in de theorie. Het doet me denken aan het enthousiasme waarbij ik me vroeger op mijn studieboeken stortte voor mijn opleiding als verzorgende. Ik vind het wel fijn om theorie en praktijk te koppelen.

Daams’ molen

Afgelopen woensdag een leuke rondleiding gehad in Daams’ molen te Vaassen.

Ze hebben zelf ook een leuke website. https://daamsmolen.nl/

Mijn zoon en een begeleider gingen mee. En… heel knap, mijn zoon durfde toch zomaar drie trappen op in de molen. Best wel een overwinning want hij vindt trappen met open treden best wel eng.

Maar toen was het ook wel gedaan en wilde hij weer naar beneden. Zijn begeleider stelde voor dat ik nog even bleef om te kijken. Dus dat gedaan. De gids vond het leuk dat ik ook als mio aan de slag ga en leidde me enthousiast rond. Zo leuk, die universele trots van molenaars op hun molen.

Als aankomend mio mocht ik ook onder de kap kijken, terwijl de molen draaide, alsof ik er al echt bij hoorde. De kap is vrij klein en waarschijnlijk daarom niet toegankelijk voor publiek als de molen draait.

Daar zag ik een Engels kruiwerk:

En een stalen bandvang:

Echt heel interessant. Ik vergat heel de tijd, dus de begeleider belde me op. Mijn zoon vond dat hij wel lang genoeg had gewacht en geef hem eens ongelijk.

Veel mooiere foto’s dan de mijne kun je zien op de genoemde website. Ondermeer van de mooie modelmolen die helemaal op schaal is gemaakt door Jan Korting. https://daamsmolen.nl/modelmolen/

De maalbak.




De modelmolen en molenaar Gerrit Gramser die me rondleidde.

Frontline en De Middelste Molen.

Sinds kort is mijn man de trotse bezitter van een Frontline e-handbike

Het viel niet mee om een leverancier te vinden die de gekozen handbike van mijn lief aan zijn rolstoel wilde koppelen zonder op allerlei bezwaren te stuiten. Gemeenten sluiten contracten af met leveranciers en wij hebben de afgelopen jaren gemerkt dat dit niet altijd de klantvriendelijkheid en creativiteit van leveranciers bevorderd. Gelukkig blijft een mens ook bij het gebruik van een rolstoel gewoon een kritische consument en zo kwamen we helemaal in Brummen terecht. Bij een familiebedrijf wat wel de door mijn man gewenste eigenschappen bezit, Frontline!

Er moesten wat onderdelen op de rolstoel bevestigd en afgesteld worden om de handbike op een stevige veilige manier vast te kunnen klikken, dus we moesten een paar uurtjes in de omgeving doorbrengen. Nu is dat geen straf hoor, daar in Brummen. Wat is het daar prachtig zeker op zo’n mooie zonnige dag.

Na een heerlijke lunch bij het landgoed in Eerbeek, pasten we onze plannen om het landgoed te bezichtigen aan. Er ligt daar erg veel grint op de paden wat het bijna onmogelijk maakt om op het landgoed zelf met de rolstoel te rijden en zeker met een rolstoel in bruikleen. Daar sta je eigenlijk pas bij stil als je er tegenaan loopt en/of rolt. En helaas was de oliemolen, de watermolen in Eerbeek, gesloten.

Watermolen in Loenen

Als alternatief gingen we op pad naar het papiermuseum in Loenen, ook een watermolen Nu ga ik mijn molenaarsopleiding volgen met windmolens, dat is een andere tak in de molenwereld, maar een watermolen is ook reuze interessant voor deze molenaar in dop.

Antieke schepramen, waarmee het papier werd geschept.
Deze schepramen bestaan uit fijne koperdraden naast elkaar.
Leuk om in Loenen een schepzeef van een oude papiermolen uit Waddinxveen tegen te komen. Vroeger waren er heel veel papiermolens in Waddinxveen. Helaas zijn ze allemaal verdwenen.

Deze molen drijft ook op vrijwilligers en kan zich met de verkoop van papier aardig zelf redden. We leerden van alles over papier en de molen. Echt een aanrader mocht je in de buurt van Loenen zijn. Nooit geweten dat je iepenblaadjes, asperges, tabak, olifantenmest en nog veel meer andere zaken in papier kunt verwerken! Al dat mooie papier is ook te koop, wat erg verleidelijk is. Zeker voor mijn man, die allerlei creatieve toepassingen in zich op voelt borrelen.

De molen is redelijk rolstoeltoegankelijk, maar niet helemaal, wat logisch is bij zo’n oude industriële werkplaats. De gids was erg aardig en nam de tijd voor ons.

Weer terug in Brummen nam de leverancier uitgebreid de tijd om een testrit met mijn man te maken en nog wat tips te geven over het gebruik, de verzekering en het onderhoud van de handbike. Het onderhoud kan gewoon gedaan worden door elke Sparta-dealer. Dat is prettig.

Een leuke dag, met als rijke oogst een e-handbike en erg mooi, handgeschept papier.

Ondertussen hebben we al heerlijk samen gefietst. Het lukt aardig om de e-handbike met mijn gewone fiets bij te houden. Alleen de Coenecoopbrug… Mocht iemand daar een fietser zien, die puffend een handbike probeert bij te houden. dan is het misschien ondergetekende
Wie weet zijn we er volgend jaar ook bij!