Corrigerende tikken zijn verboden maar Ami trekt zich daar niets van aan. Sterker nog, bij iedere vriendelijke toenadering is het raak. Toch probeer ik het telkens weer opnieuw. Want eigenlijk is Ami een lieverd en iedere avonddienst verheug ik me weer op onze ontmoeting. Want Ami is een beetje schuw en kruipt bij het horen van de deurbel snel onder het bed. Dus als ze dan eens te voorschijn komt is dat natuurlijk iets waar haar baasje en ik echt van genieten.
In een apart vakje van mijn rugzak die ik gebruik voor mijn werk verberg ik wat lekkers voor haar. Maar als ik een paar dagen vrij ben dan haal ik ze eruit om ze thuis uit te delen. Want tja, er moet wel een beetje kraak en smaak aan blijven natuurlijk. Ook Ami heeft zo haar eisen.
Ami is de kat van een cliënt in mijn wijk. Ze heeft een leuk hartvormig vlekje op haar neus. Met haar baas, een vriendelijke meneer die ooit geschiedenis en filosofie heeft gestudeerd deel ik de liefde voor lezen, geschiedenis en katten. Dus gespreksonderwerpen in overvloed. In zijn boekenkast staan filosofische en geschiedkundige schrijvers, allemaal in de Engelse taal waar ik zelf geen held in ben. ‘Mijn zoons wel hoor, ‘vertel ik hem. ‘Zelf ben ik niet zo’n studiebol. Maar van geschiedenis hou ik wel erg veel.’ Op zijn beurt vertelde hij dat hij niet in Leiden had gestudeerd maar in Brabant wat, volgens dhr. zelf, veel minder aanzien had. ‘Maakte dat dan veel uit? Vroeg ik een beetje verbaasd… Maar dat blijkt in die wereld dus best wel wat uit te maken. Niet alleen wat je studeerde maar ook waar.
Door zijn geheugenproblemen, meneer heeft Korsakov, voeren we regelmatig hetzelfde gesprek opnieuw, maar dat ik snoepjes voor Ami in mijn tas heb, dat vergeet hij pas als ik meerdere dagen vrij ben geweest.
Helaas kan ik zelf ook erg vergeetachtig zijn en de laatste keer was ik na een aantal vrije dagen de snoepjes vergeten. En juist die avond kwam Ami spontaan direct onder het bed vandaan toen ik binnenstapte…
‘Sorry Ami,’ verontschuldigd ik me, ‘ik ben je snoepjes helemaal vergeten.’
Twee paar ogen keken me verwijtend aan waarop Ami mijn rugzak nauwkeurig begon te onderzoeken. Je weet het maar nooit natuurlijk. ‘Ik ben af en toe een beetje verstrooid,’ zei ik terwijl ik de cliënt zijn medicatie aanreikte en aftekende. ‘Dat heb ik nu nooit,’ zei hij droog. ‘Maar nu laat je me wel met een verdrietige kat achter.’ Ondertussen was Ami op de tafel gesprongen en keek me afwachtend aan. Je kunt wel een aai krijgen probeerde ik. Hautain zoals alleen katten kunnen zijn liet ze toe dat ik haar over haar kopje aaide om daarna een paar tikken uit te delen. ‘Dat zijn nu met recht corrigerende tikken,’ lachte ik naar de cliënt. ‘Dat mag eigenlijk niet hè, lachte hij terug. ‘Heb ik je weleens verteld hoe Ami bij mij terecht is gekomen?’
‘Mijn vorige kat was hier in de straat onder een auto terecht gekomen en ik was daar zo verdrietig om dat ik geen andere kat meer wilde. Maar op een dag stond er één van mijn buren voor de deur met Ami in zijn armen. Hij had me ooit wel eens verteld dat hij als asielzoeker hier gekomen was en Ami was een zwervertje waar hij voor was gaan zorgen. Ik weet het niet precies meer hoor, maar zoiets was het wel. Die dag werd hij uit zijn appartement gezet, al zijn spullen stonden op de binnenplaats, het regende, dat weet ik nog wel en daar stond hij, met zijn kat. Hij wist niet hoe hij nu nog voor haar moest zorgen. Of ik haar wilde nemen? Nou, dan zeg je geen nee, natuurlijk.’
Hij had het verhaal al vaker verteld maar toch ben ik telkens onder de indruk. Het idee om uit je huis gezet te worden, afschuwelijk toch.
‘Heeft u nog wel eens wat van haar vroegere baasje gehoord,’ vroeg ik. Hij schudde zijn hoofd, ‘had ik dat moeten proberen?’ vroeg hij onzeker, ineens was zijn kwetsbaarheid erg zichtbaar, alsof alles wat hij zelf had meegemaakt ineens aan de oppervlakte lag. ‘Nee hoor, het is al zo mooi dat u zich over Ami heeft ontfermd, dat had niet iedereen gedaan.’ Opgelucht keek hij me aan. Het raakt me altijd. Die verwarring over hele dagelijkse dingen, de angst die dit mee brengt bij mensen met welke vorm van dementie dan ook.
Heeft u lekker gegeten vanavond?’ Ik keek naar de gebruikte pannen. Het is de bedoeling dat we onder andere observeren of dhr. wel goed eet en drinkt. ‘Dat denk ik wel,’ peinsde hij, ‘ik weet niet meer precies wat maar volgens mij heb ik wel lekker gegeten,’ ineens kijkt hij me stralend aan en veranderd van onderwerp. Tenslotte is het niet zo fijn om stil te staan bij het feit dat je niet meer weet wat je die avond hebt gegeten.’ Dankzij jouw goede zorgen komt het wel goed met Ami en mij.’ De snoepjesaffaire met Ami was alweer op de achtergrond geraakt.
‘Ik moet er weer vandoor, gaf ik aan, ‘ik laat het aan u over om Ami te troosten voor de misgelopen snoepjes.’ Zijn ogen lichten op nu hij het zich weer herinnerde en hij schudde even zijn hoofd. ‘Hoe moet ze deze traumatische ervaring te boven komen?’ Hij lachte, ‘als buitenstaanders ons gesprek konden volgen zouden ze denken, die zijn gek! Zoiets begrijpen alleen andere katten liefhebbers.’ Met een zwaai neem ik afscheid, ‘we laten ze lekker denken wat ze willen, wij weten wel beter.’
Buiten keek ik op mijn route. Ik was natuurlijk ver over de geïndiceerde tijd heen. Ik kon natuurlijk rapporteren dat ik wat goed te maken had met Ami en ik zag de verbaasde gezichten van mijn collega’s al voor me. Met een glimlach corrigeerde ik mijn route-tijd.
Ik zal nooit leren mezelf keurig aan de tijden te houden die in de route staan. Maar ach, ik krijg er wel prachtige verhalen voor terug.