Soms is het alsof je perspectief verschuift. Ineens vroeg ik me af of mensen waar ik regelmatig contact mee heb. Of mensen waarmee ik in aanraking kom via mijn zoon en die daardoor er zijdelings een rol in mijn schrijfsels spelen, er een beetje verlegen mee zijn.
Nu ben ik geen journalist en mijn schrijfsels, ja, ik noem ze hardnekkig schrijfsels omdat ik een blog eigenlijk zo professioneel vindt klinken, dus mijn schrijfsels, zijn eigenlijk meer een weergave van de sfeer en geen letterlijk verslag. Het is geen rapportage zoals ik die op mijn werk moet schrijven over mijn cliënten in de thuiszorg. Een goede rapportage over een cliënt kost me soms overigens meer moeite dan deze stukjes. Objectief schrijven is best lastig.
Er zijn zoveel mooie dingen die ik meemaak en die ik graag wil delen. Gisteren bijvoorbeeld reageerde mijn man zo hartverwarmend. Hij kan zo onrustig zijn, door de pijn, door zware pijnmedicatie en omdat hij merkt dat sommige dingen steeds moeilijker gaan. Wat dat betreft zijn neurologische ziekten echt niet leuk. Ik voeg aan hem of hij het niet vervelend vond dat ik naar Elburg zou gaan. ‘Ik word er juist heel gelukkig van als jij doet waar jij gelukkig van wordt,’antwoordde hij. Zo hartverwarmend en zo lief. Ondanks de zorgen om de gezondheid van mijn man voelen we ons gelukkig met elkaar. Eigenlijk een ongrijpbaar iets… geluk.
Vorige week was er een gesprek met de leerplicht. Ik kon er zelf niet bij zijn helaas maar had later telefonisch contact met de begeleider die erbij was. Hij vertelde dat de leerplicht mijn zoon ontheffing wilde geven omdat het zo moeilijk was om een passende dagbesteding met onderwijs te vinden. ‘Nou,‘ had de begeleider gereageerd, ‘dat vindt ik nogal ingrijpend. We nemen hier dan wel een beslissing die op de rest van zijn leven veel invloed zal hebben, het zou toch leuk zijn als hij ooit een diploma in zijn zak zou hebben!‘ Maar, had de leerplicht verzekerd, het is een tijdelijke ontheffing, tot er een passende vorm van onderwijs is gevonden.
Vreemd genoeg was ik meer geschrokken van de opmerking van de begeleider. Een diploma…. dat betekent een flink stuk onderwijs. Mijn zoon is juist sociaal zo aan het groeien, zou hij dan niet weer helemaal terug bij af raken?
Na de eerste schrik besloot ik dat mijn paniek, gevoed door ervaringen die ik met mijn zoon in het verleden had meegemaakt, niet zijn groei in de weg mag staan. Hij woont niet meer thuis waarbij we moeten handelen met de herrie en het geschreeuw waarmee hij zich uit onmacht uitte. Hij wordt nu gecoacht door begeleiders die stevig genoeg in hun schoenen staan om hem ook hierin te begeleiden.
Gisteren gingen mijn ouders mee naar Elburg. Mijn jongste zoon was nu toch echt uit zijn laatste fiets gegroeid en mijn moeder had een mooie neutrale fiets in de schuur staan die ze niet meer gebruikte. Plus een vouwfiets die op de woning ook altijd van pas zou komen als reservefiets voor algemeen gebruik. Nu vond mijn zoon de mooie stoere mountainbike van een groepsgenoot wel erg mooi en ja, oma’s fiets was geen mountainbike maar hij viel zeker niet tegen. ‘Als je nu graag fietst,’ had ik al eerder met hem besproken, ‘dan kun je van je spaargeld een mooie mountainbike kopen, maar ik zou eerst eens kijken of je echt zoveel gaat fietsen.’ Dat was hij wel met me eens, dus hij was erg blij met de fiets van oma. Zondag wordt hij 17 en het is fijn als hij met geld om kan gaan en daar bewuste keuzes in maakt.
Er stond ook een afspraak bij de kapper op het programma. Omdat we daar om half twee moesten zijn hadden mijn ouders en ik boterhammen en koffie meegenomen voor onderweg in plaats van een lunch bij La Place aan de rand van ’t Harde. En dat was erg leuk. Het deed me denken aan onze vakanties vroeger als gezin, we konden allemaal erg genieten van die eenvoudige, leuke dingen. We zongen vaak onderweg in de auto en ik weet nog dat ik mijn broer wel eens plaagde toen hij de baard in zijn keel kreeg. Als ik dat benoemde zei hij: ‘dat kan niet An!’ Hij vatte die baard nogal letterlijk op.
Mijn ouders gingen een rondje wandelen terwijl wij naar de kapper gingen. De tafel die er de vorige keer stond was weg, door de Corona zijn er nu allemaal strakkere regels. ‘Het hart is uit de zaak nu mensen niet zomaar meer mogen binnenlopen,’ vertelde de kapper. De indeling is nu veranderd zodat er drie klanten tegelijk geholpen kunnen worden op de vereiste afstand. Ik vertelde hem dat mijn zoon zich al zo thuis voelde in Elburg dat hij af en toe alleen op stap ging en dat ik me daar toch een beetje zorgen om maakte. De kapper vertelde dat er wel een hoop sociale controle is en dat iedereen wel een beetje op elkaar let. Hoe langer mijn zoon in Elburg woont hoe beter de omgeving hem zal leren kennen. In stilte geef ik mezelf op mijn kop vanwege mijn overbezorgde reacties. Ik merk dat dit toch heel anders is dan met mijn oudste zoon. Die heeft als student al heel wat van de wereld gezien. En ja, ook dan ben ik blij als hij veilig weer terug is al is hij al 28. Maar die heeft zichzelf op een andere manier los gemaakt van zijn moeders vleugels en paste al jong op zijn broertje als ik aan het werk was. Ook door zijn stages tijdens zijn opleiding op de Binnenvaartschool en later op kamers in Breda tijdens zijn verdere studies ging dat proces van losmaken min of meer vanzelf.
Misschien moet ik het zelf wat rustiger bekijken? Het is immers niet zo dat hij morgen gelijk al hele dagen naar school gaat? Paniek is nergens voor nodig.
Eenmaal weer op de groep verdween mijn zoon naar zijn kamer. Beneden vond hij het te druk en hij wilde liever even alleen zijn. Mijn ouders en ik dronken nog even koffie beneden. Dat mocht weer. De huiskamer is groot genoeg om afstand te houden. Mijn ouders wisselden ervaringen uit met één van de begeleiding die zelf een verstandelijk gehandicapte zus heeft. Grappig is dat, dat zoveel die brus zijn zelf in de zorg terecht komen. `We krijgen allemaal een klap van de molen,’ lachte ze als antwoord. Mijn moeder vertelde dat mijn broer vroeger van de fysiotherapie oefeningen mee kreeg. Elke avond oefende mijn moeder trouw met mijn broer. Soms als mijn vriendinnen kwamen deden ze gezellig mee. We lagen dan met de hele bende op de grond. ‘Kijk eens,’ lachten ze dan later, ‘wat een strakke buikspieren krijgen we van al dat oefenen.’ Mijn moeder kon daar zo van genieten, weer zo’n stukje geluk wat in kleine dingen zit.