Meebeleven.

Afgelopen twee avonden vrij drukke diensten gedraaid o.a door een sondevoedingsapparaat wat niet helemaal wilde doen wat de bedoeling was, ondanks het protocol wat ik netjes opvolgde. Waardoor ik meerdere malen terug moest fietsen naar het betreffende adres, wat zag ik over het hoofd? Mijn broodje peuzelde ik, tussen twee andere adressen in, snel tijdens het fietsen op. Niet dat het erg was, want deze week voelde ik me overvallen door een vreemd, treurig gevoel en kon ik bij het minste of geringste huilen. Zelfs de zorg aan de cliënten kon me niet opvrolijken, al denk ik niet dat ze dat merkten. Zij hebben hun eigen zorgen en verdriet. Pas bij de enthousiaste begroeting door de prachtige hond bij één van de cliënten, een kruising tussen een husky en een herder werd ik een beetje afgeleid en kletste ik opgewekt over deze hondenreus en de katten in dit vriendelijke chaotische huishouden. Hoe gezellig ook, het kostte me wel enige moeite om me te concentreren.

Met mijn zoons gaat het allebei goed, ook over mijn broer hoor ik goede berichten en eigenlijk neem ik mezelf mijn sombere stemming kwalijk. Maar ik mis gewoon mijn wekelijkse bezoek aan Elburg, de knuffel van mijn jongste zoon en het te gast zijn in zijn wereld.

Vroeger was mijn broer lid van de Jostiband als meebelever. Met hun tamboerijnen en sambaballen oefenden en speelden deze muzikanten op de achtergrond mee. In de pauze hielpen vrijwilligers hen met koffiedrinken en mijn moeder heeft dit vrijwilligerswerk ook lang met plezier gedaan. Bij mijn zoon heb ik altijd het gevoel dat ik de meebelever ben door zijn wereld binnen te stappen. We kijken samen film, of ik kijk mee met een spel, soms lees ik wat voor of we doen een activiteit. Maar dat werkt alleen als ik er aanwezig ben en dat lukt niet met een telefoontje of door beeldbellen. Tot dat laatste nam hij wel zelf initiatief met het interview in het vorige blog. Hij stuurde me eerst de vraag of het uitkwam (Goed hè, dat ik dat onthouden heb mama? Dat ik eerst moet vragen of je niet aan het werk bent) Eenmaal in beeld liet hij het interview vol trots zien.

Ik denk dat het gemis aan nabijheid iets is wat heel veel mensen in het verpleeghuis en hun familie en vrienden nu herkennen. Het lukt gewoon niet om via de telefoon en beeldbellen in hun wereld te stappen.

Maar vandaag stapte ik ineens zelf een zonnige wereld binnen. Verbaasd besefte ik, dat ik zo in mezelf gekeerd was geweest, dat ik niet eens had gemerkt dat de zon volop scheen. Een beetje aarzelend, nog niet helemaal bereid om volop van de zon te genieten koos ik het fietspad door het park richting de supermarkt en besliste toen om ’s middags een rondje Reeuwijkse plassen te fietsen.

En hoe zou je somber kunnen blijven bij het zien van de kleurenpacht onderweg, in de bermen? Of bij het zien van de wilde ganzen die met hun kuikens rondzwemmen in de beschutte sloot aan de rand van de plassen en door het gras struinen. Gevorderde en beginnende surfers genoten op hun manier van de wind en het water. Onderweg vond ik een rustig plekje om mijn brood op te eten, de stevige, frisse wind woei het brood bijna uit mijn handen maar het was heerlijk om wegdromen bij de wijde plassen. Alsof de grauwe mist die tussen mijzelf en de buitenwereld hing langzaam vervaagde. Ik moest denken aan vorig jaar toen mijn zoon nog tijdelijk werd opgevangen in een vakantiehuisje in Epe. Elke week wandelde ik ruim twintig minuten van de bushalte naar het vakantiepark. Soms werden mijn zintuigen overspoelt door de kleuren en door de bosgeur die heel anders is dan in ons polderlandschap. Het was eigenlijk heel gewoon om die dingen zo intens te beleven, af en toe trek ik me bewust een poosje terug om even te ‘resetten,’ van alle indrukken. Maar na de afgelopen dagen besef ik mooi het is om zo intens de kleuren op te kunnen nemen en het was echt afschuwelijk om in zo’n grauwe wereld te zitten. Hoe heftig moet het zijn om iemand van wie je houdt voor altijd te missen. Dit is immers tijdelijk. En ook voor mensen die familie met dementie niet op kunnen zoeken waarbij ze steeds meer vergeten tot je zelf geen deel meer uitmaakt van hun belevingswereld.

Ja, het gaat goed met mijn zoon. En ik weet dat het niet goed met hem zou gaan als hij nu thuis zou wonen. Want ook bij hem komt alles intens binnen. Geuren, geluiden en kleur, allebei raken we enorm uit balans als we aangewezen zijn op elkaars gezelschap en ik de energie mis om hem uit zijn wereldje te halen en de prikkelrijke buitenwereld in te gaan. Hoe mooi is het niet om dan de eerste foto te zien in deze blog waarbij hij vrolijk op een kleed in de zon ligt. Met zijn poppen, samen met een andere jongere van zijn woning.

Dit mengsel van wilde bloemen kwam ik tegen in Reeuwijkbrug. Er stond een bordje bij waarin gevraagd werd aan de gemeente of ze deze berm niet wilden maaien. Met dit mooie resultaat. Helaas hebben slakken veel van de opgekweekte bloemenzaadjes waar mijn man zoveel tijd en energie in had gestoken opgegeten. Vorig jaar stond onze tuin ook vol met een wilde bloemenmix.

Geef een reactie