Meer dan anderhalve meter…

Afgelopen weekend besprak ik het nog optimistisch met mijn moeder. Dat mijn zoon zo weinig moeite lijkt te hebben met het feit dat ik niet langs kan komen. We vonden het allebei wel geruststellend ergens. Want ook ouders van kinderen en jongeren die extra zorg nodig hebben zijn niet onverwoestbaar. We kunnen ziek worden en zijn natuurlijk net zo goed sterfelijk als ieder ander mens. Het verwonderde me wel een beetje, dat hij zo weinig enthousiast was om FaceTime te gebruiken om even te praten over zijn spelletjes en andere dingen die hij meemaakt.

Gisteren stuurde de begeleiding een app. Dat de medicatie bijna op was en hoe we dat nu het beste konden regelen. Omdat praten makkelijker gaat dan hele verhalen appen (tenminste, voor mijn generatie) belde ik ze op. Aan beide kanten leek het ons het ideale moment om ook de apotheek over te schrijven naar Elburg. Eerder nam ik de medicijnen vanuit Gouda mee met de gedachte dat er vanzelf wel een moment zou komen om een apotheek in Elburg te zoeken. Dat moment was dus nu gekomen.

Terwijl we dat door de telefoon bespraken hoorde ik de stem van mijn zoon op de achtergrond in een verhitte discussie met een groepsgenoot. ‘Wil je zeggen dat … zich hier niet mee moet bemoeien, waarom belt mama? Is er iets aan de hand?’ Met zijn scherpe, overgevoelige gehoor had hij mijn stem herkent op afstand door de telefoon.

‘Nee hoor,’ antwoordde de begeleidster rustig, ‘je moeder belt om wat te bespreken over je medicijnen. Ik zal haar op de luidspreker zetten voor je.’

‘Nee, dat hoeft niet,’ weerde mijn zoon af. ‘Ik wil gewoon niet dat … zich overal mee bemoeid!’ Maar de luidspreker stond al aan. ‘Hoi,’zei ik, ‘hoe gaat het kerel?’

‘Goed hoor en met jullie?’

‘Ook prima,’ antwoordde ik, ‘vindt je het misschien fijn om te FaceTimen? Ik ben drie dagen vrij, het kan dan ook ’s middags hoor.’

‘Liever niet mama,’ antwoordde hij, ‘ik ben dan zo bang dat ik je heel erg ga missen als we veel met elkaar praten.’

Dat kwam keihard binnen. Het lukte me nog mijn tranen in te houden met de luidspreker aan maar even later zat ik huilend aan de telefoon me te verontschuldigen dat ik echt niet durfde te komen omdat we een cliënt in de wijk hebben waarbij sterk het vermoeden is van een Coronabesmetting. En nog later huilde ik op de schouder van mijn man dat ik mijn zoon zo miste en dat we niet eens op de verjaardag van de vriendin van mijn andere zoon waren geweest. En dat ik mijn ouders zo miste en mijn broer en dat ik dat hele stomme Corona gedoe helemaal zat was!’ Ja, qua grammatica was het een warboel wat ik eruit gooide maar op de één of andere manier snapte mijn man het toch.

Toen dat eruit was en mijn man tot slot een heerlijke beker thee inschonk kwam ik weer aardig tot mezelf en regelde met de psychiater dat de recepten voortaan naar de apotheek in Elburg gestuurd zouden worden en las ondertussen het lieve berichtje van een vriendin die zelf ook mantelzorger is met wie ik het verhaal had gedeeld. Haar virtuele knuffel en herkenning deed zoveel goed, net als het latere telefoontje met mijn moeder die vertelde ook zelf wat tranen weg te pinken als ze met mijn broer belt. Dacht ook aan al die andere berichtjes die ik uitwissel met mijn vriendinnenkring en nichtjes waarbij we onze zorgen en verdriet delen. Ik hoop dat we dat behouden, ook als het virus verdwenen is.

‘Je wilde toch nog wat pakjes opsturen,’ vroeg mijn man? Laatst had ik twee grote dozen Merci ingeslagen en samen met de echte Goudse stroopwafels en paaseitjes wilde ik die naar de groep van mijn broer en die van mijn zoon sturen. Voor mijn zoon een plak Cote d’or chocolade erbij, want andere lust hij eigenlijk niet. En voor mijn broer een gelamineerde foto van hemzelf bij de molen. Het gaf rust om daarmee bezig te zijn. Ik bracht ze gelijk naar het postpunt in het winkelcentrum waar de medewerkster vriendelijk en zorgvuldig nog even een extra plakband om de pakjes wikkelde. ‘Het is niet te geloven hoeveel pakjes er worden gestuurd,’ vertelde ze. ‘Ikzelf ook hoor, mijn tweeling neefjes waren van de week jarig en om ze toch een feestelijk gevoel te geven heb ik ook maar een pakje verstuurd.’

In gedachten zie ik haar tweeling neefjes aandachtig hun pakjes openmaken.en toch weer met een glimlach loop ik de winkel uit.

Eén gedachte over “Meer dan anderhalve meter…

  • 12 april 2020 om 11:33
    Permalink

    Wat een prachtig geschreven stukje wat is het allemaal moeilijk op het moment watheb je me weer ontroerd .
    Liefs Wilma

Geef een reactie